Ik wacht op een wonder

Marijns avontuur werd een nachtmerrie

Tips aan de hulpverlening

Marijns tips aan de hulpverlening: ‘Het zou prettig zijn als mensen meer inlevingsvermogen zouden hebben. En persoonlijk contact is belangrijk, minstens eens per maand - ook als alles goed gaat.’ Belangrijke zaken waar echt hulp bij nodig is volgens Marijn: ‘Het inventariseren van schulden, inschrijven voor een woning, regelen van een aansprakelijkheidsverzekering, overzicht maken van inkomsten en uitgaven, tot en met de weg wijzen naar schuldhulpverlening. Allemaal zaken waar hulp bij nodig is.’

In 2011 stapt hij in een avontuur. Marijn is ICT-ondernemer en een klant nodigt hem uit in Amerika voor hem te komen werken. Hij hapt toe. Na twee jaar blijkt echter dat zijn werkgever er een bende van heeft gemaakt. Het geld is op en Marijn keert berooid terug naar Nederland. En dan begint de ellende pas goed...

Marijn: ‘Zonder geld en woning kon ik niets anders doen dan in mijn auto slapen. Werk vinden was lastig als dakloze.’ Hij vraagt een bijstandsuitkering aan en kan voor € 650,- per maand een kamer huren. ‘Omdat ik samenwoonde met twee goed verdienende huisgenoten, werd ik gekort op mijn uitkering. Toen kon ik mijn huur niet meer betalen.’ Opnieuw staat hij op straat.

Crisisopvang
Hij slaapt weer in zijn auto die hij op het AMC-parkeerterrein heeft gezet: ‘Daar kon ik tenminste rustig slapen. Op een zeker moment sprak een beveiliger me aan. Ik vertelde hem mijn verhaal.’ Die man heeft met hem te doen en stuurt hem door naar de nachtopvang in Hilversum. Marijn kan terecht bij de crisisopvang en kan er tien dagen blijven. Hij besteedt zijn laatste geld aan de eigen bijdrage van 7,- euro per nacht. Marijn: ‘Ik heb me direct bij verschillende uitzendbureaus ingeschreven, maar ze herkenden het adres van de opvang. Dat vertrouwden ze niet, ze hadden slechte ervaringen met werknemers van dat adres.’ Marijn vindt uiteindelijk werk als schoonmaker, maar als dit stopt heeft hij geen geld meer om de nachtopvang te betalen en staat weer op straat.

‘Toen knapte er iets. Het moment dat ik een einde aan mijn leven wilde maken.’

Overleven in Amsterdam
Als geboren en getogen Amsterdammer besluit hij terug te gaan naar Amsterdam. Hij leeft dan al zes maanden in zijn auto en ziet zich genoodzaakt zijn eten te stelen. Hij is wanhopig en besluit zich te melden bij de opvang. ‘Helaas bleek er een wachtlijst te zijn van twee jaar. Ze verwezen me door naar de Sociale Dienst. Toen ik daar de volgende dag aankwam, bleken ze gesloten te zijn. Toen knapte er iets. Het moment dat ik een einde aan mijn leven wilde maken.’ Toch gaat hij de volgende dag terug en schrikt van de ontvangst: ‘Er stonden beveiligers en de medewerkers zaten achter een hoog bureau; ze keken letterlijk op me neer.’ Hij vraagt de uitkering aan en wordt doorverwezen naar de maatschappelijk opvang. Tijdens de intake blijkt dat hij zelfredzaam is en dus geen indicatie krijgt voor opvang...

Leger des Heils
Marijns auto wordt in beslag genomen en zo is hij zijn slaapplek kwijt. Hij wijkt uit naar Schiphol om daar te slapen, want op straat kan hij niet slapen: ‘Het is verschrikkelijk. Je ziet de hele maatschappij aan je voorbij lopen en je voelt: ik doe hier niet meer aan mee.’ Na acht maanden krijgt hij via maatschappelijk werk een indicatie voor het Leger des Heils. Daar bloeit hij weer op, en begint met vrijwilligerswerk. Hij krijgt de rust die hij nodig heeft en hij gaat met zijn financiën aan de slag. Marijn: ‘Bij de schuldhulpverlening bleek dat mijn schuld te laag was. Ze helpen enkel mensen met een schuld van ten minste 5.000 euro. Mijn schuld bedroeg op dat moment zo’n 2.500 euro.’ Bureau Straatjurist wil hem wel verder helpen: er wordt een krediet aangevraagd bij de gemeente om de schulden grotendeels te voldoen. Na zes weken opvang krijgt Marijn te horen dat er in Amsterdam geen plek meer is. Hij wordt doorverwezen naar Utrecht. Daar moet hij een nieuwe uitkering aanvragen, en kan niet tijdig voldoen aan zijn betalingsverplichtingen. ‘Daardoor vervielen mijn betalingsafspraken en moest ik van voren af aan beginnen.’

‘Je ziet de hele maatschappij aan je voorbij lopen en je voelt: ik doe hier niet meer aan mee.’

Een nieuw begin in Utrecht
Utrecht heeft een wachtlijst en zo begint zijn leven in Utrecht weer met negen maanden dakloosheid tot hij weer bij het Leger des Heils terechtkan. Hij krijgt een uitkering op zak- en kleedgeldniveau van ongeveer € 360,- per maand en maakt nieuwe betaalafspraken met het krediet in Amsterdam en de zorgverzekering. ‘Ik hield maar 17 euro per maand over voor mezelf, maar ik was er trots op dat ik mijn schulden aan het afbetalen was.’ Dan volgt er plots bankbeslag en komt Marijn er echt niet meer uit. Hij wordt doorverwezen naar een bewindvoerder, die hem de financiële stress uit handen neemt. ‘Dat voelde echt als een cadeau.’

Toekomst
Het is nu vier jaar geleden sinds Marijns terugkeer naar Nederland. Hij heeft nog altijd geen eigen woning, geen echte eigen plek. Hij heeft aan het leven op straat verschillende psychische klachten overgehouden en staat nog aan het begin van het verwerkingsproces. Het doet hem goed zijn verhaal te kunnen vertellen, maar de weg naar herstel is nog lang en hij ziet de toekomst somber in: ‘Ik wacht op een wonder.’

Een langere ondertitel